Bouwend Ieper

Vlaams minister-president en Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Geert Bourgeois kent een premie van 932.000 euro toe aan de kerkfabriek Sint-Jacob in Ieper voor de restauratie van de Sint-Jacobskerk op het Gezelleplein. Met dit bedrag kan 80 procent van de restauratiekosten worden betaald, de rest is ten laste van de kerkfabriek, de stad Ieper dus. Men hoopt na het opstellen van het aanbestedingsdossier en het aanstellen van een aannemer, te starten met de werken tegen het einde van 2016.

Vijftien jaar geleden werd de toren gerestaureerd, maar ondertussen is het exterieur van het kerkschip dringend aan restauratie toe. Het leien dak en het zinkwerk zijn versleten en moeten voor een goede waterdichting vernieuwd worden. Een aantal leistenen kwamen trouwens al naar beneden. Ook de gevels hebben nood aan nazicht en herstel van het metsel- en voegwerk.

De 12de -eeuwse kerk was oorspronkelijk romaans. In de 14de eeuw kreeg de romaanse Sint-Jacobskerk een geleidelijke transformatie naar een gotische hallenkerk. Door recessie in de lakennijverheid ontbraken de nodige fondsen en bleef de laatgotische toren in de 16e eeuw onafgewerkt. Tijdens de Franse Revolutie werd de Sint-Jacobskerk verbeurd verklaard in 1798 en gebruikt als voedermagazijn.  Tijdens de 19de eeuw werd op de toren een kleine torenspits geplaatst. De kerk kreeg net voor de aanvang van de Eerste Wereldoorlog dan toch haar volwaardige kerktoren, maar werd tijdens die oorlog grotendeels tot een ruïne herleid. Dankzij de plannen en tekeningen van architect Jules Coomans van de restauratie net voor de Eerste Wereldoorlog, kon de kerk daarna in haar oorspronkelijke staat worden hersteld. De heropbouw werd op 28 mei 1934 afgesloten met de inwijding, en op 10 februari 1940 werd de Sint-Jacobskerk als beschermd monument erkend.