Bouwend Ieper

In opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) worden momenteel baggerwerken uitgevoerd aan de Vaart Ieper-Komen. Het gaat om de tweede fase dat bestaat uit het stuk tussen de Diksmuidseweg en de Haiglaan (naast de Plumerlaan) en het stuk tussen de Haiglaan en de Poperingseweg. Voor de werken werden 40 werkdagen voorzien en deze worden uitgevoerd door aannemer De Roeck NV uit Melsele. Geraamde kostprijs: 299.886.58 euro.

Vorig jaar werd ook al in een eerste fase het gedeelte tussen de Poperingseweg en de Dikkebusseweg en tussen de Dikkebusseweg en de Kemmelseweg uitgebaggerd.

De laatste keer dat de vaart gebaggerd werd, was in 1993.

De vaart Ieper-Komen vindt zijn oorsprong in de tweede helft van de negentiende eeuw. Toen werden er pogingen ondernomen om een kanaal te graven tussen Ieper en Komen, om zo het IJzerbekken (IJzer-Ieperleekanaal) te verbinden met het Leiebekken in Komen. Maar de pogingen mislukten omdat men ter hoogte van Hollebeke door een heuvelkam moest, een hoogteverschil van zowat 50 meter. Er waren vier pogingen, met een sleuf en zelfs met een tunnel, maar telkens ging de Yperiaanse klei er aan het schuiven, en telkens stortte de sleuf of de tunnel in. Na de laatste poging (die in 1913 beëindigd werd) brak de Eerste Wereldoorlog uit. Heel het gebied rond de hoogte van Hollebeke behoorde tot de frontlijn van de Ieperboog. Alles werd er kapotgeschoten.

Na de oorlog werden er geen pogingen meer ondernomen om de waterverbinding tussen Ieper en Komen te realiseren. De natuur nam stilaan bezit van de kanaalsleuf en zo ontstonden enerzijds de ‘Oude Vaart’, soms ook ‘Droge Vaart’ Ieper-Komen genoemd, en het Palingbeekdomein (ter hoogte van de hoogte van Hollebeke).

Verwant artikel:
Baggerwerken in de vaart Komen-Ieper – 24/10/2015